Wat houdt de ‘hoofd en kin’ techniek in?

Deze techniek kan worden gehanteerd met behulp van drie begeleiders. Begeleider nummer 1 pakt het hoofd van de cliënt vast bij kin en achterhoofd en drukt, met de hand op het achterhoofd, het hoofd van de cliënt tegen zijn lichaam. Dit alles terwijl de andere twee begeleiders de cliënt vasthouden middels de ‘Fixatie en afronding’ techniek. Begeleider nummer 1 heeft de leiding; deze geeft aan wat en wanneer er iets gebeuren moet. Hij is coachend aanwezig en is de enige die met de cliënt communiceert.
 

Begeleider 1 kan zijn collega’s helpen door het hoofd meer naar beneden te brengen en daardoor het lichaam kleiner te maken. Begeleider 2 en 3 kunnen dan makkelijker hun gewicht op de schouders van de cliënt brengen.
 

Waar moet je op letten bij de ‘hoofd en kin’ techniek?

Allereerst moet er gelet worden op de manier waarop de kin van de cliënt vastgehouden wordt. Hiervoor kun van je hand een kommetje of een ringetje maken, net wat fijner voor voelt. Belangrijk is dat de vingers aangesloten zijn, zodat knijpen in de kaak of luchtwegen niet meer mogelijk is. Verder moet er worden gekeken naar de hoogte van de schouders van de (kleinste) begeleiders. Wanneer deze niet boven de cliënt uitkomen zal begeleider nummer 1 de cliënt zo laag moeten brengen dat de schouders van de cliënt niet boven die van de kleinste begeleider uitkomen.

Uiteraard moet er ook worden gelet op de gezondheid van de cliënt. Het is van belang dat deze greep geen pijn doet. Let er daarom op dat deze techniek juist wordt uitgevoerd door bijvoorbeeld de druk van je handen niet op de kin, maar op het hoofd van de cliënt te zetten. Daarnaast mag je je hand ook nooit in de nek van de cliënt leggen, deze moet op de kruin van het hoofd rusten. Is er veel weerstand in de nek, dan kan je beter wachten in plaats van het aangaan van de strijd. Dit voorkomt nekklachten bij de cliënt.